Nokia 6681 - Instellingen verbinding

background image

Instellingen verbinding

Gegevensverbindingen en toegangspunten

Uw telefoon ondersteunt pakketgegevensverbindingen
(

), zoals GPRS bij het GSM-netwerk.

background image

Instrumenten

101

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Uitleg: Bij GPRS (General Packet Radio Service)

worden pakketgegevens in korte pulsen verstuurd via
het mobiele netwerk.

Voor een gegevensverbinding hebt u een toegangspunt
nodig. U kunt verschillende soorten toegangspunten
definiëren, zoals:

• MMS-toegangspunt, bijvoorbeeld voor het verzenden

en ontvangen van multimediaberichten;

• Toegangspunt voor de webtoepassing voor het bekijken

van WML- of XHTML-pagina's;

• Internettoegangspunt (IAP), bijvoorbeeld voor het

verzenden en ontvangen van e-mail.

Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt u nodig
hebt voor de dienst waarvan u gebruik wilt maken.
Raadpleeg uw netwerkoperator of aanbieder voor
informatie over de beschikbaarheid van diensten voor
pakketgegevensverbindingen.

Pakketgegevensverbindingen in GSM-netwerken

Wanneer u de telefoon gebruikt in een GSM-netwerk,
kunnen er meerdere gegevensverbindingen tegelijk actief
zijn, kunnen toegangspunten een gegevensverbinding
delen en blijven gegevensverbindingen actief tijdens een
spraakoproep. Zie ‘Verbindingsbeheer’ op pag. 94 als u de
actieve gegevensverbindingen wilt controleren.

De volgende symbolen worden weergegeven onder het
symbool voor de signaalsterkte, afhankelijk van het
netwerk dat u gebruikt:

GSM-netwerk, pakketgegevens zijn beschikbaar in het

netwerk.

GSM-netwerk, de pakketgegevensverbinding is actief

en gegevens worden overgedragen.

GSM-netwerk, er zijn meerdere

pakketgegevensverbindingen actief.

GSM-netwerk, de pakketgegevensverbinding staat in

de wachtstand. (Dit is bijvoorbeeld mogelijk tijdens een
spraakoproep.)

Instellingen voor het toegangspunt ontvangen

U kunt de instellingen voor een toegangspunt ontvangen
in een SMS-bericht van een serviceprovider, of de telefoon
bevat vooraf ingestelde instellingen voor het
toegangspunt. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 56.

Als u een nieuw toegangspunt wilt maken, selecteert u

Instrum.

>

Instellingen

>

Verbinding

>

Toegangspunten

.

Een toegangspunt kan beveiligd zijn (

) door uw

netwerkoperator of serviceprovider. Beveiligde
toegangspunten kunnen niet worden bewerkt of
verwijderd.

background image

Instrumenten

102

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Toegangspunten

Beschikbare opties in de lijst

Toegangspunten

:

Bewerken

,

Nieuw toegangspunt

,

Verwijderen

,

Help

en

Afsluiten

.

Volg de instructies van de serviceprovider.

Naam verbinding

— Voer een beschrijvende naam in voor

de verbinding.

Drager gegevens

— Afhankelijk van de geselecteerde

dataverbinding zijn alleen bepaalde velden beschikbaar.
Vul alle velden in die zijn voorzien van een rood sterretje
of de aanduiding

Te definiëren

. De overige velden hoeft u

alleen in te vullen als uw serviceprovider dat aangeeft.

Beschikbare opties voor het bewerken van

toegangspuntinstellingen:

Wijzigen

,

Geavanc.

instell.

,

Help

en

Afsluiten

.

Als u een gegevensverbinding wilt gebruiken, moet de
aanbieder van de netwerkdienst deze functie
ondersteunen en deze zo nodig activeren op de SIM-kaart.

Naam toegangspunt

(alleen voor GPRS) — Deze naam is

nodig om verbinding te kunnen maken met het GPRS-
netwerk. De naam van het toegangspunt wordt verstrekt
door de netwerkoperator of serviceprovider.

Tip! Zie ook ‘MMS- en e-mailinstellingen ontvangen’

op pag. 54, ‘E-mail’ op pag. 63 en ‘Toegang tot het
web’ op pag. 69.

Gebruikersnaam

— De gebruikersnaam kan nodig zijn bij

het maken van een gegevensverbinding en wordt
doorgaans verstrekt door de serviceprovider.
De gebruikersnaam is vaak hoofdlettergevoelig.

Vraag om wachtw.

— Als u bij aanmelding op de server

telkens een nieuw wachtwoord moet invoeren of als u
het wachtwoord niet in de telefoon wilt opslaan,
selecteert u

Ja

.

Wachtwoord

— Een wachtwoord kan nodig zijn bij het

maken van een gegevensverbinding en wordt doorgaans
verstrekt door de serviceprovider. Wachtwoorden zijn vaak
hoofdlettergevoelig.

Verificatie

— Selecteer

Normaal

of

Beveiligd

.

Homepage

— Voer het webadres of het adres van de

multimediaberichtencentrale in, al naar gelang de
gegevens die u instelt.

Selecteer

Opties

>

Geavanc. instell.

om de volgende

instellingen te wijzigen:

Netwerktype

— Selecteer het gewenste

internetprotocoltype:

IPv4-instellingen

of

IPv6-

instellingen

.

IP-adres telefoon

— Voer het IP-adres van de telefoon in.

Naamservers

— Voer in

Primaire naamserver:

het IP-adres

van de primaire DNS-server in. Voer in

Secund.

naamserver:

het IP-adres van de secundaire DNS-server

background image

Instrumenten

103

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

in. Neem voor deze adressen contact op met uw
internetprovider.

Uitleg: DNS (Domain Name Service) is een

internetdienst die een domeinnaam, zoals

www.nokia.com

, omzet in een IP-adres, zoals

192.100.124.195.

Proxy-serveradres

— Definieer het adres van de

proxyserver.

Proxy-poortnummer

— Voer het poortnummer van de

proxyserver in.

Packet-gegevens

De pakketgegevensinstellingen gelden voor alle
toegangspunten waarvoor een pakketgegevensverbinding
wordt gebruikt.

Packet-ggvnsverb.

— Als u

Autom. bij signaal

selecteert

en u zich bevindt in een netwerk dat pakketgegevens
ondersteunt, wordt de telefoon automatisch aangemeld bij
het pakketgegevensnetwerk. Ook het starten van een
actieve pakketgegevensverbinding verloopt sneller,
bijvoorbeeld voor het versturen en ontvangen van e-mail.
Als u

Wanneer nodig

selecteert, wordt GPRS alleen

gebruikt als u een toepassing of bewerking start waarvoor
een pakketgegevensverbinding nodig is. Als er geen
GPRS-dekking is en u

Autom. bij signaal

hebt

geselecteerd, wordt regelmatig geprobeerd een
pakketgegevensverbinding tot stand te brengen.

Toegangspunt

— U moet de naam van het toegangspunt

invullen als u de telefoon wilt gebruiken als
pakketgegevensmodem voor de computer.

Configuraties

Mogelijk ontvangt u vertrouwensinstellingen voor de
server van de netwerkoperator of serviceprovider in een
configuratiebericht. De instellingen kunnen ook zijn
opgeslagen op de SIM- of USIM-kaart. U kunt deze
instellingen opslaan op de telefoon en bekijken of
verwijderen in

Configuraties

.